Jijzelf - Jij
Ik ben gewoon ik. Net als iedereen… toch?
Als je ziek bent of je lijf werkt niet helemaal goed, dan moet je misschien ook dingen doen, die andere kinderen niet hoeven. Naar het ziekenhuis gaan bijvoorbeeld, pillen slikken of oefeningen doen voor je spieren. Het kan best zijn dat je allerlei vragen hebt. Of dat je vindt dat ze ook eens naar jou moeten luisteren. Hier vind je tips die je kunnen helpen.
Hoe heet jouw ziekte?
Weet jij hoe jouw ziekte heet? En waarom je naar het ziekenhuis moet of medicijnen nodig hebt? Je vader en moeder kunnen je vast vertellen wat zij weten over jouw ziekte en waarom je die behandelingen nodig hebt. Er zijn ook goede websites voor kinderen waar je van alles kunt vinden. Kijk samen met je vader en moeder naar zo’n site. Zij kunnen je precies vertellen of de informatie ook echt bij jouw ziekte past.
Vragen stellen is goed
Je kunt natuurlijk ook vragen stellen aan de dokter of de verpleegkundige die jou goed kent. Er is ook veel te vinden in folders, op websites en op de kinderafdeling van het ziekenhuis. Let dan wel op dat de informatie dan ook écht over kinderen gaat. Want voor kinderen zijn dingen soms heel anders dan voor grote mensen.
Beslissen over een behandeling
Kinderen tot 12 jaar mogen niet zelf beslissen of zij een behandeling willen of niet (denk aan bijvoorbeeld medicijnen innemen, sondevoeding of fysiotherapie). Dat doen je vader en moeder. De dokter en de verpleegkundige moeten wel vertellen wat ze bij jou gaan doen. Jij mag weten wat er met je aan de hand is en wat er met je gaat gebeuren. Je mag alle vragen stellen die je hebt. En bedenk: domme vragen bestaan niet!
Welke uitspraak past bij jou?
Als je weet welke ziekte je hebt, wil dat nog niet zeggen dat je weet hoe je ermee om moet gaan. Voor iedereen is dat anders. Hieronder lees je een paar uitspraken van kinderen. Welke past er het best bij jou?
-
- A: ‘Alles wat ik niet begrijp vraag ik aan mijn vader en moeder of aan de dokter. Ik probeer maar gewoon te denken dat er nog heel veel dingen zijn die ik wel kan. En de medicijnen die ik nodig heb, heb ik echt nodig. Als ik die niet neem, weet ik zeker dat het niet goed met me gaat.’
- B: ‘Ik probeer zo min mogelijk aan mijn ziekte te denken. Ik ga gewoon allemaal leuke dingen doen. Als me iets niet lukt, word ik boos of verdrietig. Maar dan probeer ik meteen iets te doen, zodat ik me beter voel.’
- C: ‘Ik wil eigenlijk zo min mogelijk weten over wat mijn ziekte is en hoe het verder gaat. Als ik er over nadenk wordt het toch niet beter. Ik vind het echt rot om naar de dokter te gaan. Die gaat dan weer allerlei vragen aan mij stellen en daar heb ik geen zin in.’
- D: ‘Als ik verdrietig, boos of bang ben voor wat er gaat gebeuren, dan praat ik hierover met mijn vader en moeder en met vriend(inn)en. Dat helpt me wel, dan heb ik het gevoel dat ik het niet alleen hoef te doen.’
Bang zijn voor een afspraak
Bang zijn voor een afspraak met de dokter of voor een prik is heel normaal. Als je bang bent, betekent het dat je lijf extra oplet wat er gebeurt. Dan kan het helpen als je bijvoorbeeld al weet hoe de dokter eruitziet, en of je die dag geprikt wordt. Vraag maar aan je ouders of zij je alvast iets kunnen vertellen over wat er gaat gebeuren.
Afspraak planner
Als je afspraken met de dokter spannend vindt, kan het ook helpen om op een kalender op te schrijven wanneer je een afspraak hebt met de dokter en wat er dan gebeurt.
Een Pijnpaspoort
In veel ziekenhuizen krijgen zieke kinderen een Pijnpaspoort. Daarin kun je zelf aangeven wat jou helpt als je bang bent of als je pijn hebt. Vind jij het fijn om af te tellen als je een prik krijgt? Of juist niet? Wil je je knuffel bij je op schoot als de dokter naar je hart luistert? Of liever bij mama op schoot? Voor de dokter en de verpleegkundige is het ook fijn om te weten dat jij dit graag zo wilt. Je kunt hiervoor ook de waaier uit het houmevast-doosje gebruiken.
Normaal om boos of verdrietig te zijn
Hoe vrolijk en dapper je misschien ook bent, ieder kind wil het liefst dat de ziekte weggaat. En dan is het heel normaal als je ook wel eens boos of verdrietig bent. Het is ook niet gemakkelijk om een lijf te hebben dat niet zo goed werkt dan bij andere kinderen. Wie begrijpt jou het beste als jij je niet fijn voelt? Wie troost jou dan?
Veel meer dan alleen een ziekte
Soms kan het lijken alsof iedereen alleen maar bezig is met jouw ziekte. Maar je bent natuurlijk veel meer dan alleen maar die ziekte. Laat maar eens zien wie jij bent. Maak een ‘Dit Ben Ik-poster’. Teken jezelf op een groot vel papier en schrijf daar omheen allemaal woorden die bij jou passen en dingen die jij goed kunt. Vraag aan je vader en moeder, vrienden en klasgenoten om er ook iets bij te schrijven waar jij goed in bent. Gebruik kleuren die bij jou passen. Zoek dan een plekje uit waar je de poster op kunt hangen zodat iedereen het kan zien.
Zelf een beetje beslissen
Misschien kun jij minder dingen zelf doen dan andere kinderen. Aankleden bijvoorbeeld, eten of naar school gaan. Soms krijg je medicijnen of je wordt ingesmeerd met zalf. Daar is niets aan te doen, maar je kunt wel bedenken hoe je wilt dat dat bij jou gebeurt. Je kunt vragen of je bijvoorbeeld je pillen zelf mag innemen, of met een hapje appelmoes of yoghurt. En misschien mag je de beweegoefeningen wel doen met een koptelefoon met muziek op. Zo kun je toch een stukje zelf beslissen hoe je het wilt.
Blijf niet zitten met je zorgen en vragen
Sommige kinderen maken zich zorgen of de ziekte nog ooit overgaat en of je er misschien wel aan dood kunt gaan. Het is niet altijd gemakkelijk om die vragen aan je vader en moeder te stellen. Kinderen zijn soms bang dat ze dan hun vader en moeder verdrietig maken. Maar dat is niet zo, je maakt je ouders niet verdrietiger. Ze willen je juist het liefst met alles helpen, ook als dat moeilijk is. Misschien vind je het gemakkelijker om eerst met je oma of opa of met je juf of meester te praten. Dat mag ook. Als je maar niet blijft zitten met je zorgen en vragen.
In een dagboek schrijven
In het houmevast-doosje zit een dagboek. Hierin kun je van alles opschrijven: over hoe jij je voelt, wat je leuk vindt, over je huisdier en nog heel veel meer. Kijk er maar eens in.