Jijzelf - Jij
Ik weet niet precies wat het is, maar vervelend is het wel zo’n ziekte. Ook voor mij.
Jouw broer of zus heeft een ziekte. Misschien ben je er wel mee opgegroeid. Dan weet je niet anders dan dat hij of zij ziek is. Het kan ook zijn dat die ziekte pas later werd ontdekt en dat je broer of zus nu anders is. Wat weet jij eigenlijk van de ziekte van je broer of zus? En wat kan jou helpen?
Hoe heet de ziekte?
Weet jij hoe de ziekte van je broer of zus heet? En waarom hij of zij naar het ziekenhuis moet of medicijnen nodig heeft? Je vader of moeder kunnen je vast vertellen wat zij weten over de ziekte en waarom je broer of zus die behandelingen nodig heeft. Er zijn ook goede websites voor kinderen waar je informatie kunt vinden. Kijk samen met je vader of moeder naar zo’n site. Zij kunnen je precies vertellen of de informatie ook echt past bij de ziekte van jouw broer of zus.
Vragen stellen is goed
Het kan fijn zijn om ook een keer mee te gaan naar het ziekenhuis of een therapie. Dan kun je zien wat je broer of zus daar doet. Zo kun jij je beter voorstellen hoe alles eruit ziet. Je kunt dan ook de mensen zien waar jouw broer of zus naar toe gaat. Je mag dan natuurlijk ook vragen aan hen stellen. Sommige ziekenhuizen hebben filmpjes gemaakt voor kinderen. Die kun je ook samen bekijken. Je vindt ze op de website van het ziekenhuis.
Met andere kinderen praten
Er zijn heel veel kinderen die ook een broer of zus met een ziekte hebben. Vind je het fijn om eens met andere kinderen te praten, die ook een zieke broer of zus hebben? Vraag je vader en moeder dan of ze je kunnen helpen om die kinderen te leren kennen.
Leuke spelletjes
Doe je graag leuke dingen met je broer of zus? Ook als hij of zij in bed ligt, kun je spelen met elkaar. Hier zijn een paar leuke spelletjes die je kunt proberen:
-
- Schaduwfiguren maken op de muur
- Kijken wie het langst stil kan blijven zitten zonder te lachen
- Lekker samen op de bank kruipen of in bed en luisteren naar mooie muziek
- Sneeuwballen maken van krantenpapier en elkaar daarmee bekogelen
- Gezichtjes tekenen op ballonnen en daarmee overgooien
- Samen naar een luisterboek luisteren of naar een film kijken
- Samen verhalen verzinnen of een verhaal voorlezen
- Computerspelletjes doen
- Haren opsteken en opmaken
- Samen gekke bekken trekken
- Samen rare geluiden maken
- Kietelspelletjes doen
- Liedjes zingen
- Bellen blazen
- Met handpoppen spelen
Nieuwe manieren om te spelen
Soms moet je nieuwe manieren bedenken om met elkaar te spelen. Het is heel knap als je dat kunt. Hieronder vind je wat voorbeelden die kinderen al bedacht hebben:
-
- Bordspelletjes: vorm samen een team en laat je broer of zus dobbelen en de pion verzetten.
- Balspelletjes: tennissen terwijl je op een stoel zit of spelen met een zachte bal van schuim.
- Woordspelletjes: je broer of zus roept een woord en jij moet dat op een grappige manier uitbeelden.
- Dansen: met je vingers bewegen op de maat van de muziek.
- Doen alsof: leg plaatjes van dieren op een rij. Jij doet alsof je een dier bent en je broer of zus moet aanwijzen welk dier.
- Voelspelletjes: probeer iets te herkennen door te voelen (zonder te kijken).
- Spiegelbeeld: Kijk elkaar in de ogen en doe elkaar dan precies na, alsof je in de spiegel kijkt.
Praten lucht op
Het kan zijn dat je je soms zorgen maakt of de ziekte van je broer of zus ooit overgaat. En of hij/zij er misschien wel dood aan kan gaan. En misschien vraag je je af of jij die ziekte ook kunt krijgen. Bijna alle kinderen denken daar wel eens over na. Het is niet altijd gemakkelijk om die vragen aan je vader en moeder te stellen. Het kan zijn dat je bang bent om je vader en moeder verdrietig te maken. Toch vinden ouders het fijn als je erover praat. Het kan voor jou opluchten, en voor je vader en moeder ook. Misschien vind je het gemakkelijker om met je oma of opa of met je juf of meester te praten. Dat mag ook. Als je maar niet te lang blijft zitten met je zorgen en vragen. Jouw vragen zijn ook belangrijk. Een zieke broer of zus is niet altijd gezellig in huis. Misschien wordt hij of zij snel boos of doet je wel eens pijn. Je mag dat altijd zeggen tegen je vader en moeder (ook als je het wel begrijpt dat je broer of zus zo doet). Bedenk dat jij er niks aan kunt doen, soms is het nu eenmaal zo. Zorg ervoor dat je genoeg leuke dingen doet voor jezelf, zoals afspreken met vrienden en vriendinnen of sporten. Dan kun je er ook beter tegen als je broer of zus geen goede zin heeft.
Mee om te kijken
Als je broer of zus naar een andere (speciale) school gaat, ga dan eens een keer mee om te kijken hoe het daar is. Dan weet je ook beter wat jouw broer of zus doet als jij op school bent.
Samen iets gezelligs doen
Zou je eens een dagje verwend willen worden? Dan is het leuk om bijvoorbeeld samen een dagje iets gezelligs te gaan doen. Of om samen op vakantie te gaan. Er zijn mensen die dit speciaal voor zieke kinderen en hun familie regelen.